De meest gemaakte fouten bij het zetten van espresso (en hoe je ze voorkomt)
De meeste espresso’s mislukken niet door slechte bonen, maar door kleine fouten tijdens het zetten. Een te grove maling, te weinig koffie of een koude zetgroep kan de smaak volledig veranderen. Gelukkig zijn die fouten makkelijk te herkennen én te voorkomen. Met de juiste aandacht en techniek zet je elke keer een espresso met een volle body, een mooie cremalaag en precies de smaak die je zoekt.
De verkeerde maalgraad gebruiken
De verkeerde maalgraad is de meest voorkomende fout bij het zetten van espresso. De maalgraad bepaalt hoe snel het water door de koffie stroomt en heeft dus grote invloed op de smaak.
Is de maling te grof, dan loopt de espresso te snel door en smaakt hij zuur en waterig. Is de maling te fijn, dan loopt hij juist te langzaam door en wordt de smaak bitter en log. De ideale espresso heeft een doorlooptijd van ongeveer 25 tot 30 seconden en een mooie, egale crema.
Het verschil tussen espresso en filterkoffie zit vooral in de manier van zetten. Espresso wordt onder hoge druk gezet, terwijl filterkoffie langzaam doorloopt met behulp van zwaartekracht. Daardoor smaakt espresso krachtig en geconcentreerd, en filterkoffie juist zacht en helder. Beide zetmethodes brengen andere smaken naar voren, maar welke past het beste bij jou?
Hoe worden espresso en filterkoffie gezet?
Het grootste verschil tussen espresso en filterkoffie zit in de manier waarop het water door de koffie gaat. Espresso wordt gezet onder hoge druk, terwijl filterkoffie rustig doorloopt door de zwaartekracht.
Bij een espresso wordt heet water met ongeveer 9 bar druk door fijn gemalen koffie geperst. Dat gebeurt in slechts 25 tot 30 seconden. Die korte extractietijd zorgt voor een intense, geconcentreerde smaak met een volle body en een mooie cremalaag.
Bij filterkoffie loopt het water langzaam door een filter met grover gemalen koffie. De doorlooptijd ligt tussen de 2 en 4 minuten, waardoor